Het Sint-Julianus van de Vlamingen werd in 1213 opgericht te Rome als gasthuis of herberg. Bedevaarders op weg naar het Heilig Land werden tijdens hun reis beschermd door de Orden van de Hospitaalridders en de Tempeliers.
Na de val van Constantinopel ( 1453) nam Rome de rol over van het Heilig Land.
De eerste historische vermelding in het archief van Sint-Ju liaan dateert echter uit 1444 met de statuten en reglementen. In 1536 werd keizer Karel lid van de broederschap en betaalde aanzienlijke bedragen voor de restauratie van de kerk.
Vanaf 1624 werd een perlgrimsregister bijgehouden waaruit blijkt dat tot 1790 ruim twintigduizend reizigers uit Vlaanderen onderdak kregen in het gasthuis. Het was tevens een belangrijk ontmoetingscentrum voor kunstenaars en ambachtslieden.
In 1743 verleende keizerin Maria Theresia de kerk een koninklijk predicaat.Tussen 1798 en 1814 kwam de kerk onder Frans bewind nadien onder het bestuur van het Koninkrijk der Nederlanden en uiteindelijk België. Oorspronkelijk was de kerk eigendom van het graafschap Vlaanderen.
In 1994 werd de scheutist Jan Pieter Schotte ( 1928-2005) benoemd tot eerste kardinaal van Sint-Juliaan en kreeg hij in 2008 zijn graftombe in de kerk.
De stichting in Rome zou het voorbeeld zijn geweest voor de oprichting van andere hospitalen in Vlaanderen.
In 1303 werd in Antwerpen het Sint-Julianusgasthuis opgericht, waarna Brussel snel volgde met twee andere stichtingen:
het Sint-Julianusgasthuis in de gelijknamige straat in de Marollen en het Sint¬Jacobsgasthuis.
Vanaf de 9de eeuw trokken talloze pelgrims naar Santiago de Compostela in Spanje. Daar was immers de wonderbare ster verschenen die in 808 Theodomir naar het graf van de apostel Jacob leidde die in 42 n. Chr. doodgemarteld werd door koning Herodes Agrippa. Hij werd Jacob de Meerdere genoemd en was de neef en apostel van Jezus. In de christelijke iconografie zijn de Sint-Jacobsschelp en pelgrimsstaf zijn attributen. De slag van Clavijo in 844 door koning Ramiro I van Asturië tegen de Moren werd gewonnen met de hulp van de geheimzinnige ruiter Sint -Jacobus die sindsdien in Spanje de titel draagt van Matamoros of Morendoder. Zijn naamdag is 25 juli. Hij is de patroon van de hoedenmakers, apothekers, drogisten, sokkenmakers en pelgrims. Zijn naam komt voort uit het Aramees en betekent "volgeling van God". Hij wordt aangeroepen tegen reuma en voor goed weer.
Ook andere steden in ons land, zoals Brugge, Lier, Mechelen, Bergen en Vilvoorde, hadden hun toevluchtsoord voor bedevaarders. De gastenverblijven voor mannen stonden bekend als Sint - Julianus "De Gastheer" en vrouwen vonden onderdak in Sint - Basilissa. In de l 4de eeuw had Antwerpen ook een Sint - Jacobsgasthuis gelegen in de buurt van de Sint - Jacobskerk en dat ondertussen verdwenen is.